Hieronder zie je per thema welke tijdlijnen zijn aangemaakt. In een tijdlijn zijn bronnen opgenomen. Indien een bron is opgenomen in een tijdlijn, vind je deze onder het kopje 'beschikbare tools' onder de bron.

Beschikbare thema’s
Ontwikkeling J.J.P. Oud in Purmerend en omgeving
Geboorteakte J.J.P. Oud
9 februari 1890
Jacobus Johannes Pieter Oud werd 9 februari 1890 geboren in Purmerend op de Koemarkt als zoon van Hendrik Cornelis Oud en Neeltje Theodora Janszen. Vader Oud deed aangifte van de geboorte bij de Burgerlijke Stand op 10 februari 1890 zoals te lezen is in de geboorteakte.
Venediën 7, Purmerend
1906
In 1906 ontwierp J.J.P. Oud een huis voor zijn tante, de weduwe Alida Oud-Hartog. Over dit ontwerp schreef Oud later: 'Op zestienjarige leeftijd bouwde ik mijn eerste huis, bestaande uit 3 bouwlagen, waarvan de bovenste zich onder de kap bevindt. Het huis staat op een smal stuk grond tussen andere huizen in; de architectuur lijkt enigszins op die van Engelse ‘country-houses’, die ik indertijd buitengewoon bewonderde.' Alle ontwerpen uit zijn vroege jaren zijn zonder uitzondering gemaakt in opdracht van familie en vrienden. Het huis dat J.J.P. Oud voor zijn tante ontwierp staat aan het Venediën in Purmerend.
Herengracht 23, Purmerend
1908
Het huis aan de Herengracht 23. Oud ontwierp dit pand toen hij een jaar of 18 was. Het is een evenwichtig ontwerp met enkele mooie details zoals de voordeur met een klein, ruitvormig glas-in-loodraampje. Het schuine raam tussen de voordeur en de raampartij was voor die tijd 'gedurfd'. Bijzonder is ook het zolderraam met het driehoekige raam erboven en ertussen het trapvormige houtwerk. Bij dit ontwerp heeft J.J.P. Oud zich laten beïnvloeden door het ontwerp van Herengracht 14 door architect Jan Stuyt.
Paardenstal, Purmerend
1911
Een van J.J.P. Ouds vroege projecten in Purmerend was waarschijnlijk het ontwerp van een wagenhuis en paardenstal in de Westersteeg in opdracht van de heer J. Eik. De bouwvergunning werd in juli 1911 aangevraagd. Het pand bestond oorspronkelijk uit een wagenruimte aan de voorzijde en aan de achterzijde enkele stallen. De zolder werd gebruikt als hooiberging. Het gedeelte dat uitkomt in de Westersteeg, is nog herkenbaar.
Buffet
1911
Buffet naar ontwerp van J.J.P. Oud, groen gebeitst met rode accenten. Het buffet met opstand heeft een besteklade achter de linker deur. Het is sober van vorm met als enige decoratie hier en daar wat houtsnijwerk. De kleuren zijn als origineel naar aanwijzingen van de eerdere eigenaar, maar het buffet was oorspronkelijk niet gelakt.
Arbeiderswoningen Vooruit, Purmerend
23 juni 1911
De vier arbeiderswoningen in de Vooruitstraat te Purmerend zijn ontworpen door J.J.P. Oud in opdracht van Werkmansvereniging Vooruit. Gemeente Purmerend verstrekte de bouwvergunning op 23 juni 1911. Met name de achterzijde is interessant vanwege het onderbreken van de kap, door het terugspringen van de trappenhuizen en het naar voren schuiven van de keukens. Ook bijzonder voor die tijd waren de grote ramen aan de achterzijde. Helaas is de achterzijde van de woningen slecht te fotograferen.
Verenigingsgebouw Vooruit, Purmerend
25 augustus 1911
Begin 20e eeuw werden in verschillende plaatsen verenigingsgebouwen voor arbeiders opgericht, vaak vanuit een coöperatieve filosofie. Purmerend bleef niet achter. In 1911-1912 ontwierp J.J.P. Oud in opdracht van zijn vader H.C. Oud, toen voorzitter van Werkmansvereniging Vooruit, een complex bestaande uit een verenigingsgebouw (in de Wilhelminalaan) en vier aangrenzende arbeiderswoningen (in de Vooruitstraat). De eerste steen voor het Vooruitcomplex werd gelegd op 25 augustus 1911. Aannemer W. Swart realiseerde het project voor fl. 14.668,-. De bouw van dit complex betekende de afronding van de realisatie van de Vooruitstraat, een voor die tijd groot plan opgezet door Werkmansvereniging Vooruit.
Voor verdere informatie: Verhaal Verenigingsgebouw Vooruit Purmerend
Vrijstaande woning, Zuidoostbeemster
29 maart 1912
De eerste opdracht buiten Purmerend kreeg de jonge architect J.J.P. Oud van aannemer/timmerman H.J. Brand uit Beemster. Het was het eerste vrijstaande huis dat Oud ontwierp en het eerste interieur van zijn hand. Het is een typisch plattelandshuis met entree aan de zijkant. De keuken is aan de achterzijde van het huis. In de gevel is onder het raam op de eerste etage een trapsgewijze uitmetseling aangebracht, net als bij het huis voor A.J. Beerens in de Julianastraat in Purmerend.
Julianastraat 54, Purmerend
20 juni 1912
J.J.P. Oud bezocht in Amsterdam op advies van architect J. Stuyt de Kunstnijverheidsschool Quellinus. Daar leerde hij Corrie Berlage kennen, de dochter van architect Hendrik Petrus Berlage (1856-1934). Er volgde een jarenlange vriendschap tussen Oud en de Berlages. In 1911 ontwierp Berlage op voorspraak van vader H.C. Oud (destijds wethouder in Purmerend) een uitbreidingsplan voor Purmerend; het plan is overigens nooit uitgevoerd. In opdracht van A.J. Beerens ontwierp J.J.P. Oud in 1912 een woonhuis aan de Julianastraat waarin de invloed van Berlage zichtbaar is in de vorm van de sobere natuurstenen bouwornamenten onder de uitspringende woonerker en rond de voordeur. Dergelijke elementen zien we terug in de huizenblokken die Berlage vanaf 1905 bouwde in Amsterdam. De woning in de Julianastraat is het eerste ontwerp van Oud met een plat dak met aan de voorzijde opengewerkt metselwerk dat in later jaren overigens is dichtgemaakt.
Cinema Schinkel, Purmerend
1913
In 1912 kreeg J.J.P. Oud zijn eerste, grote opdracht, de bouw van een cinema voor Nicolaas Hendrik Schinkel die jarenlang met een rondreizend theater kermissen, onder andere in Purmerend, had bezocht. Oud ontwierp een vlakke, symmetrische gevel, de erin verwerkte tekstblokken verwijzen naar de invloed van architect Berlage. De terra-cotta ornamenten werden gemaakt in het atelier van W.C. Brouwer in Leiderdorp. In andere ontwerpen paste Oud ook enkele malen dergelijke versieringen toe. Cinema Schinkel werd gebouwd aan de Dubbele Buurt en werd eind jaren vijftig van de vorige eeuw gesloopt.
Winkels en woningen, Hoogstraat, Purmerend
1913 — 1914
In de periode 1913-1914 kreeg J.J.P. Oud, die zich in 1913 in Leiden had gevestigd, de opdracht voor de verbouwing van twee winkels en erboven gelegen woningen in de Hoogstraat in Purmerend. Op de afbeelding van de Hoogstraat, gemaakt rond 1918, zijn dat de panden aan de rechterkant bij het uithangbordje PIANO'S.
Burgemeesterswoning, Broek in Waterland
1916
In 1916 ontwierp J.J.P. Oud een woning (die Swaenenburg werd genoemd) voor de heer De Geus, burgemeester in Broek in Waterland. In datzelfde jaar leerde Oud de kunstenaar Theo van Doesburg (1883-1931) kennen. Van Doesburg was actief als dichter, romanschrijver, fotograaf, typograaf, architect en interieurontwerper. Oud wees Van Doesburg op de overeenkomsten tussen de moderne schilderkunst en de moderne architectuur. Oud schreef aan Van Doesburg: "De vlakken waarmede wij, als ruimtekunstenaars, onze ontroering realiseeren, zal zij [de schilderkunst] kunnen 'bezielen' en tot een wezenlijk bestanddeel der ruimte maken, dat haar inniger en ontroerender kan doen zijn". In datzelfde jaar kreeg Van Doesburg van Oud de opdracht een glas-in-loodraam te ontwerpen voor de burgemeesterswoning in Broek in Waterland. Het werd het eerste samenwerkingsproject tussen Oud en Van Doesburg dat uitmondde in Glas-in-loodcompositie 1, een raam met een abstract patroon van gekleurd glas met in het midden afgebeeld het gemeentewapen van Broek in Waterland, een witte zwaan met een bundel pijlen op een rode achtergrond. Voor Van Doesburg was het een nieuwe techniek waarover hij aan een vriend schreef: ‘Ik heb mijn eersten opdracht van dien architect [J.J.P. Oud], doch moet mij de techniek nog eigen maken’. De ambtswoning in Broek in Waterland was het laatste ontwerp van J.J.P. Oud dat in Purmerend en omgeving werd gerealiseerd.
Voor verdere informatie zie: Glas-in-loodontwerp van Van Doesburg
Maquette distilleerderij, voorgevel
1919
In de periode 1919-1920 maakte J.J.P. Oud een ontwerp voor een Fabriek voor Gedestilleerde Drank, Kantoor en Opslagplaats voor de Purmerendse firma Wed. Oud. Het ontwerp zou aan de Jaagweg worden gebouwd, maar werd nooit uitgevoerd. Het ontwerp van de distilleerderij wordt gezien als een zuiver Stijl-ontwerp. Bob Hartsuiker maakte in 2017 een maquette. Deze afbeelding toont de voorkant.
Geboorteakte J.J.P. Oud
Venediën 7, Purmerend
Herengracht 23, Purmerend
Paardenstal, Purmerend
Buffet
Arbeiderswoningen Vooruit, Purmerend
Verenigingsgebouw Vooruit, Purmerend
Vrijstaande woning, Zuidoostbeemster
Julianastraat 54, Purmerend
Cinema Schinkel, Purmerend
Winkels en woningen, Hoogstraat, Purmerend
Burgemeesterswoning, Broek in Waterland
Maquette distilleerderij, voorgevel
Droogmaking en waterschapsbestuur Purmer
Jan Adriaansz Leeghwater
1575 — 1650
Jan Adriaansz Leeghwater (1575-1650), geboren in De Rijp was molenmaker en waterbouwkundige en betrokken bij de droogmaking van verschillende grote meren in Noord-Holland waaronder de Beemster (1612), Purmer (1622) en de Wormer (1626).
Toestemming droogmaken Purmermeer, 1617
10 juni 1617
In 1617 vroegen de steden Edam en Monnickendam toestemming om het Purmermeer droog te mogen maken. Zij kregen daarvoor 'octrooi', een vergunning, die verleend werd door de Staten van Holland en West-Friesland waarin was vastgelegd dat de steden Edam en Monnickendam de Purmer mochten bedijken en droogmalen. Het octrooi is vastgelegd in dit charter dat bewaard is gebleven in het oude stadsarchief van Edam, inclusief het gave zegel.
Edammergang
1620 — 1909
Het Purmermeer werd drooggemaakt tussen 1618 en 1622. Daarbij werd gebruikt gemaakt van vijftien watermolens. De afbeelding is van de watermolens 1, 2 en 3 van de Edammergang, zij vormden samen een molengang. Molens in een molengang brachten het water trapsgewijs omhoog, omdat ze een maximale opvoerhoogte van zo'n 1,5 meter per molen hadden. De ondermolen (laagste molen) maalde het water naar de onderboezem, de tussenmolen naar de eventuele tussenboezem en de bovenmolen (hoogste molen) naar de ringvaart. De Edammergang werd in de periode 1908-1909 gesloopt omdat het nieuwgebouwde stoomgemaal aan de nabije Purmerdijk de bemaling had overgenomen.
Kavelkaart Purmer
1622
In 1618 werd met behulp van vijftien watermolens begonnen met het droogmalen van het Purmermeer, onder toezicht van Jan Adriaansz Leeghwater. In 1622 was het project klaar. Een vruchtbaar gebied van 26,8 km² was ontstaan. Deze kavelkaart werd rond 1720 gemaakt door de landmeters Leupenius en Zinck naar het kaartbeeld van 1622.
Octroyboekje
1623
Het octroyboekje dat vlak nadat de Purmer was drooggevallen, in 1623 werd gedrukt, is bewaardgebleven. In het boekje zijn de zogenoemde kavel-conditiën terug te vinden en is beschreven wie welke kavel (stuk grond) in eigendom had. Daarnaast zijn er enkele kaartjes in opgenomen. Het boekje is gedigitaliseerd en in te zien op de website van het Waterlands Archief. Hier kun je het titelblad, de eerste pagina van het Kavel-Register met de kavels en eigenaren en een kaartje uit 1622 bekijken.
Advies Leeghwater, 1639
16 december 1639
In 1639 adviseerde Jan Adriaansz Leeghwater het bestuur van Waterschap de Purmer over het verzwaren van de Purmerringdijk bij het 'Stickevuyl'. Dat deed hij in deze brief van 16 december 1639.
Het Stinckevuyl bestaat nog steeds. Het wordt ook wel de Purmer Ee genoemd en is het water dat vanaf de Gouwzee bij Monnickendam landinwaarts richting de Purmer stroomt.
Waterschapsverkiezingen, 1796
1796
Pamflet voor de verkiezingen op 19 mei 1796 van een dijkgraaf, hoofdingeland, hoogheemraden en poldermeesters voor de polder Purmer en binnengedijkte Nespolder. De verkiezing vond plaats ten huize van het Prinsenhof te Edam.
Stembiljet waterschapsverkiezingen 1796
1796
Een van de vele bewaard gebleven stembiljetten van de waterschapsverkiezingen van polder de Purmer uit 1796. Ook landbezitters van buiten de polder waren stemgerechtigd, zoals in dit geval G. de Graeff uit Amsterdam. Wellicht was dit Gerrit de Graeff van Zuid-Polsbroek (1741-1811), vrijheer van Zuid-Polsbroek en Heer van Purmerland en Ilpendam. Door vererving was hij eigenaar van slot Ilpensteijn dat in de Purmer bij Ilpendam heeft gestaan.
Stoom in plaats van wind
1877
In 1877 bouwde de Monnickendammer aannemer Cornelis Blankevoort in opdracht van Waterschap de Purmer een stoomgemaal aan de Purmerdijk. De stoommachine en vier ketels werden geleverd door Hannover Machinebau uit Duitsland. In 1908 volgde vernieuwing van het stoomgemaal en werd gekozen voor een dubbele stoommachine met twee centrifugaalpompen. En daarmee werden de drie resterende molengangen bij Edam, Monnickendam en Ilpendam overbodig. De foto van het watergemaal werd gemaakt rond 1910.
Purmerwerf en polderhuis
1922
In Edam, vlak bij de Purmerringvaart was de Purmerwerf met het Polderhuis. Daar vergaderde het dagelijks bestuur, bestaande uit de dijkgraaf en heemraden, begin 20e eeuw. Het was niet de enige vergaderlocatie van de heren. Er werd eerder ook bijeengekomen in het Prinsenhof in Edam en in later tijden in de school aan de Purmerenderweg in de Purmerbuurt.
Jan Adriaansz Leeghwater
Toestemming droogmaken Purmermeer, 1617
Edammergang
Kavelkaart Purmer
Octroyboekje
Advies Leeghwater, 1639
Waterschapsverkiezingen, 1796
Stembiljet waterschapsverkiezingen 1796
Stoom in plaats van wind
Purmerwerf en polderhuis
Middeleeuwse bronnen over godsdienst
Diversorium
1400 — 1500
Dit Diversorium (zo genoemd vanwege de diverse aantekeningen die het bevat) van klooster Galilea Minor bij Monnickendam bevat talloze gegevens: data over landbezit en jaarlijkse inkomsten van het klooster, aantekeningen over de regels in het klooster, religieuze beschouwingen en notities over de monniken uit dit klooster.
Dit handgeschreven register geeft een uniek inkijkje in het 15e- en 16e-eeuwse kloosterleven. Zo laten de notities over monniken wat zien over het dagelijks leven, geven de gegevens over landbezit een inkijkje in de sociaaleconomische invloed van het klooster in de regio, en laten de religieuze notities mooi zien dat het kloosterleven in Waterland in die tijd onder invloed stond van de Moderne Devotie, een binnen de katholieke kerk ontstane stroming die sterk de nadruk legde op innerlijke geloofsbeleving.
Je kunt het Diversorium bekijken op de website van het Waterlands Archief.
Charter Ursulaklooster
1430
Charter waarin Wendelmoet Ouwelsdochter de schenking van een stuk land zonder plaatsaanduiding aan het Ursulaklooster in Purmerend bevestigt. Een mooi voorbeeld van een middeleeuws document. Dit is een charter, een akte dat ter bekrachtiging is voorzien van een of meer zegels. Bekijk hier de charter online.
Wil je meer weten over de geschiedenis van het klooster? Lees het boek Vrouwen en vroomheid geschreven door Vincent Nijenhuis, Koen Goudriaan en vele anderen. Het Waterlands Archief heeft meegewerkt aan het boek, je kunt het daar opvragen onder dit nummer of lenen in de Openbare bibliotheek. Op internet is het boek ook digitaal te vinden, zie deze link.
Pestslachtoffers, 1451
1451
Aan de Kloosterdijk bij Monnickendam stond in de middeleeuwen het klooster Galilea Minor, dat in 1431 werd gesticht als lekenklooster van de derde orde van Sint Franciscus, zie ook deze bron. In het bewaard gebleven Diversorium is vermeld dat in 1451 twee bewoners aan de pestilantie zijn overleden: Broeder Gherijt van Monnickendam 'met zijn pater heer Zybolous'. Door deze bron weten we dat in die tijd de pest heerste in het klooster en wellicht de omgeving.
Sermoenen Bernardus en Augustinus
1486
Pagina met verluchte initiaal uit de Sermoenen (preken) van St Bernardus en St Augustinus, opgetekend in 1486. Voorin het boek staat het volgende geschreven: 'Hier beghinnen die sermoenen, die Sinte Bernardus, die hoenichvloyende leerrer, gemaeckt heeft van alrehande materiën, dat eerste sermoen van eenrehande bedrighenisse desen jeghenwoerdighen levens ende zijn gecomen van Hillegont Jan Brisendochter. Bidt voer haer ende haer ouders ziele om Gods willen tEnchuijsen, 1486'. Je kunt deze bron hier bekijken; je moet nog wel even enkele vensters openen.
Tekening kerk en klooster
1543
Tekening van de parochiekerk van St Nicolaas (links) en het klooster Mariëngaarde (rechts) in Monnickendam. Mariëngaarde werd gesticht vóór 1403 en gesloopt in 1612. Het complex is ommuurd. De verschillende functies van de gebouwen worden aangegeven, bijvoorbeeld het 'patershuys' (patershuis), het 'brouhuys' (brouwerij), maar ook het 'kerchoff' (kerkhof). Het kerkhof was de gewijde grond rond de kerk. Er werd in eerste instantie alleen in de kerk begraven, toen daar geen plaats meer was werd ook buiten begraven. Deze tekening is de oudste originele afbeelding uit de collectie van het Waterlands Archief. De tekening dateert uit de 16e eeuw en werd gemaakt naar aanleiding van een juridisch conflict met het stadsbestuur.
Diversorium
Charter Ursulaklooster
Pestslachtoffers, 1451
Sermoenen Bernardus en Augustinus
Tekening kerk en klooster
Synagogen en Joodse begraafplaatsen
Joodse begraafplaats, Monnickendam
1677
De Joodse begraafplaats in Monnickendam ligt net buiten het historische centrum. De begraafplaats werd in 1677 gesticht voor de toen nog kleine Joodse gemeenschap van de stad. Dit is een typische Joodse begraafplaats, omdat deze vlak buiten de (inmiddels verdwenen) stadsmuren werd aangelegd, en begraafplaatsen door Joden als onrein werden gezien.
Poerimbord
1761
Poerimbord dat is gebruikt in de synagoge van Edam. Poerim is hetzelfde als het Lotenfeest. Het is een uitbundig en vooral ook vrolijk feest dat lijkt op het katholieke carnaval. Poerim wordt gevierd op 14 Adar van de Joodse kalender. Het poerimbord werd gebruikt voor geschenken.
Joodse begraafplaats, Edam
1792
Panoramafoto van de Joodse begraafplaats aan het Oorgat in Edam.
In 1792 kreeg de Joodse gemeente toestemming een begraafplaats aan te mogen leggen, net buiten de stad bij de toenmalige Oosterpoort. Op 29 mei 1792 werd Aron Lezer uit Edam als eerste op de dodenakker begraven. Mietje de Jongh, de weduwe van Benjamin Berlijn, overleed 28 november 1920 en is hier als laatste begraven.
Niet alleen Joden uit Edam vonden hier hun laatste rustplaats, ook Joden uit Beemster, Ilpendam, Oosthuizen, Purmerend en De Rijp werden hier begraven.
Het Begravingsregister van de Joodse gemeente Edam is bewaard gebleven en deels gedigitaliseerd.
Op de website Het Stenen Archief is de digitale inventarisatie van de begraafplaats te vinden.
Zie ook de website van de Stichting Joods Verleden Edam.
Thoraschild synagoge Edam
1843
Koperen Thoraschild, afkomstig uit de synagoge in Edam. Inscriptie voorzijde, gegraveerd: ק''ק עדאם / שנת / תר''ג vertaling: gemeente Edam / in het jaar 5603 (=1842/43).
Eenvoudige en toch luisterrijke plegtigheid
1875
De huis-synagoge van de Purmerender Israëlitische gemeenschap werd 27 september 1875 'luisterrijk' ingewijd zoals dit krantenbericht in de Purmerender Courant van 29 september 1875 is vastgelegd.
Bouw synagoge Monnickendam
1894
Vergunning afgegeven ten behoeve van het bestuur van de Nederlandse Israëlitische gemeente in Monnickendam voor de bouw van een synagoge met een woonhuis in de Nieuwe Steeg.
Gevelsteen voormalige synagoge
1894
Deze gevelsteen bevindt zich op de hoek van de Havenstraat en de Nieuwe Steeg in Monnickendam. Het gebouw dateert van 1894, slager Abraham Emanuel Leuw legde op 7 juni van dat jaar de eerste steen. De inwijding van de synagoge was op 26 september in hetzelfde jaar. Het voorhuis was het woon- en winkelhuis van de koosjere slager, de synagoge was in het achterhuis. De laatste dienst werd gehouden in 1934.
Voormalige synagoge Monnickendam
1894
De voormalige synagoge van Monnickendam bevindt zich op de hoek van de Havenstraat en de Nieuwe Steeg. De synagoge bevond zich in het achterhuis van het gebouw dat in 1894 gebouwd is. Het pand is gerealiseerd naar plannen van architect E.M. Rood, en gebouwd op de locatie van een in 1818 opgerichte synagoge. Vlak voor de oorlog, in 1934, werd de laatste dienst gehouden. In de ramen van het gebouw vind je nog steeds de Jodenster terug.
Synagoge Monnickendam
1913
In 1663 trouwde de Joodse Monnickendammer Jacob Jansz Moijsis met de christelijke Trijn Heijnis. Jacob was voorzover bekend de eerste Joodse inwoner van de stad. Velen volgden. Aan de Groote Noord werd in 1689 de eerste synagoge ingericht, 'jodenvergaederplaetse' genoemd. Later volgden nog enkele synagogen. In 1894 werd een synagoge aan de Haven gebouwd. De afbeelding toont het interieur. Het aantal Joodse inwoners liep in de 20e eeuw erg terug. In 1934 werd de laatste dienst in deze synagoge gehouden. Tegenwoordig is er een restaurant in gevestigd.
Huis-synagoge Purmerend
1963
In september 1875 werd aan de Nieuwstraat 99 in Purmerend in deze woning een synagoge-aan-huis ingewijd. Het pand was beschikbaar gesteld door mw Zadeits-van Garderen. De Joodse gemeenschap in Purmerend telde toen 46 leden; 42 waren Nederlands-Israëlitisch, 4 Portugees Joods. Helaas voor korte duur. Verschillende joodse inwoners van Purmerend verhuisden naar Amsterdam waardoor de synagoge na ongeveer 10 jaar haar functie verloor. Daarna werd het pand weer helemaal als woonhuis in gebruik genomen.
Joodse begraafplaats, Monnickendam
Poerimbord
Joodse begraafplaats, Edam
Thoraschild synagoge Edam
Eenvoudige en toch luisterrijke plegtigheid
Bouw synagoge Monnickendam
Gevelsteen voormalige synagoge
Voormalige synagoge Monnickendam
Synagoge Monnickendam
Huis-synagoge Purmerend
Tweede Wereldoorlog in Waterland, mei 1940
Inundatiesluis Zuiddijk Beemster
1940 — 1945
Tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg (een deel van) de Beemster tweemaal te maken met onderwaterzetting. De eerste inundatie was op bevel van de Nederlandse militaire overheid en startte op 11 mei 1940 toen de inundatiesluis aan de Zuiddijk werd opengezet. Op 8 maart 1944 waren het de Duitsers die de sluis aan de Zuiddijk in werking stelden. De foto uit één van de albums van Purmerender Jan ten Cate, toont de genoemde sluis.
Zie ook: Inundatiesluis Beemster
Burgers van Beemster
12 mei 1940
Aanplakbiljet betreffende de bekendmaking van de bezetting van Nederland door Duitsland in mei 1940. Burgemeester Ninaber van Beemster doet een oproep op de bevolking om 'rust en kalmte te bewaren'.
Gesneuveld op de Grebbeberg
13 mei 1940
De Slag om de Grebbeberg vond plaats tussen 11 en 13 mei 1940 tijdens de Duitse inval in Nederland. Een legermacht van circa 23.000 Duitse militairen probeerde de Grebbeberg bij Rhenen in te nemen. Drie dagen lang hield het Nederlandse leger stand, maar uiteindelijk moest de strijd worden opgegeven die aan Nederlandse zijde het leven kostte van 424 militairen. Eén van hen was Jacob Visser, op 5 januari 1917 geboren in Beemster, hij stierf 13 mei 1940. De jonge sergeant kreeg zijn laatste rustplaats op het militaire ereveld Grebbeberg in Rhenen.
Jacob Visser was leerling geweest op de Rijks HBS in Purmerend. In 1946 werd door oud-directeur dr H.G. ten Bruggecate een plaquette onthuld in de school aan de Wilhelminalaan waarop de elf oud-leerlingen die in de Tweede Wereldoorlog waren omgekomen, werden herdacht. Jacob Visser werd omschreven als ‘een jongen met een zacht karakter en een goed hart en uitermate bescheiden’.
Zie voor verdere informatie De Slag om de Grebbeberg.
Brandende olietanks
15 mei 1940
Om te voorkomen dat na de capitulatie van het Nederlandse leger op de avond van 15 mei 1940 strategische voorraden in Duitse handen zouden vallen, werden olietanks in de haven van Amsterdam door een Brits commando in brand gestoken. De rookwolken waren vanuit Landsmeer en tot ver in Waterland zichtbaar.
Duitsers in Purmerend
16 mei 1940
Op 16 mei 1940 arriveerden de eerste Duitse militairen, onder bevel van luitenant Adam, in Purmerend. Zij namen hun intrek in Café Het Paradijs aan de Neckerdijk. Uit het voorjaar van 1940 zijn foto´s bewaard gebleven, gemaakt door een Duitse soldaat die in de Rijks HBS aan de Wilhelminalaan was ingekwartierd. De foto toont een aantal Duitse soldaten, gefotografeerd in de Nieuwstraat in Purmerend tegenover school A, het huidige gebouw van ING Bank.
Evacuees uit Rotterdam
30 juni 1940
Op 14 mei 1940 werd Rotterdam door de Duitse bezetter gebombardeerd. Er kwamen niet alleen honderden mensen om het leven, er raakten ook naar schatting 80.000 mensen dakloos. Edam was een van de vele plaatsen die evacuees opving. Dit document doet daarvan opgave.
Inundatiesluis Zuiddijk Beemster
Burgers van Beemster
Gesneuveld op de Grebbeberg
Brandende olietanks
Duitsers in Purmerend
Evacuees uit Rotterdam
Verzet in Waterland
Predikant Schipper opgepakt
8 augustus 1943
Tijdens een razzia in Etersheim in juli 1943 werd dominee Klaas Abe Schipper opgepakt en meegenomen. Hij werd later weer vrijgelaten in de hoop dat de Duitsers via hem zijn vrouw, die zeer actief was in het verzet, zouden kunnen arresteren. Maar Hannie Schipper-Kuiper wist dat te voorkomen door niet terug te keren naar de pastorie in Etersheim. Na de razzia verbleef zij op andere adressen en bezocht ook regelmatig Meijer van der Sluis en zijn broer op hun onderduikadressen.
Dubbele overval te Edam
17 maart 1944
Op 17 maart 1944 pleegde het verzet een dubbele overval in Edam. Allereerst werd het politiebureau overvallen waar 's nachts het bevolkingsregister in de kluis werd opgeslagen, zie de gerelateerde bron. Daarnaast vond een overval plaats op het distributiebureau waarbij alle 'distributiebescheiden' uit de kluis werden meegenomen. De overval verliep niet vlekkeloos, er viel een gewonde en onderweg werd een deel van de buit in het centrum van Edam verloren. Er werd meteen een onderzoek ingesteld. Van de overvallen verscheen dit bericht in de Provinciale Noordhollandsche Courant van 21 maart 1944.
Getuige van overval
9 juni 1944
Siem Koerse was in zijn jeugd tijdens de Tweede Wereldoorlog getuige van een overval op het gemeentehuis in Monnickendam en heeft deze herinnering als volgt beschreven:
In 1944 was ik 7,5 jaar toen de overval op het gemeentehuis plaatsvond. Mijn ouders woonden op de Kermergracht. Als kind speelde je op deze gedempte gracht die heeft gelopen van de Kerkstraat naar de Oude Zijds Burgwal. Vanaf de Kerkstraat was de eerste helft van de gedempte gracht door de gemeente met bloementuintjes ingericht. Het tweede gedempte deel van de gracht was van gestampte modder tot aan de Oude Zijds Burgwal. De achteringang naar het gemeentehuis was op deze plaats. Hier was een poort met een hek van planken. Er zat ruimte tussen de planken, je kon er tegenop klimmen en je keek in de tuin van het Gemeentehuis. Het was nog geen Hongerwinter, de planken van het hek waren nog niet opgestookt in de kachel!
In mijn herinnering moeten de overvallers zijn gekomen met een auto bij het gebouw van Hulpbetoon en Spinfabriek. Deze auto zal niet in het volle zicht vóór dit gebouw zijn geparkeerd. Links van het gebouw, langs de muur (niet meer aanwezig) van de tuin van de RK kerk was een ruimte waar een auto uit het zicht kon staan. (Als er een verslag van deze overval is zal de plaats waar ze hebben gestaan wel bekend zijn). Ik speelde vlak bij de toegang naar de tuin van het gemeentehuis. De mannen kwamen gebukt met wapens (?) de hoek om van gebouw Hulpbetoon en Spinfabriek en ze liepen in draf naar de poort. Eén van deze mannen riep dat ik weg moest gaan, maar dat deed ik niet, het was zeker te spannend. Ik klom op het hekwerk en zag de mannen gebukt langs de struiken naar het gemeentehuis draven.
Toen ik thuiskwam op de Kermergracht heb ik aan mijn moeder verteld wat ik had gezien. Ze was zeer angstig voor de Duitse bezetter in Monnickendam. De volgende dag heeft ze me meegenomen naar de dijk die naar Marken loopt. Ze was namelijk bang dat Duitsers aan huis zouden komen om te vragen of ze wat had gezien van de overval op het Gemeentehuis.
De Kermergracht was een stille straat. In de oorlog stonden er drie woningen aan de Zuidkant op de Kermergracht en twee hoekhuizen waarvan één als pakhuis werd gebruikt. Nu zijn er negen woningen waarvan twee hoekhuizen. Aan de Noordkant van de Kermergracht stond het gebouw van Hulpbetoon en Spinfabriek en een PEN-huisje.
Waarschijnlijk bedoelt Siem Koerse de overval die plaats vond op 9 juni 1944. Deze overval wordt in dit artikel beschreven De onderduik van de Waterlandse bevolkingsregisters.
Verzetsstrijder Jan Kuijper
29 november 1944
Jan Kuijper (1907-1944) was in de Tweede Wereldoorlog actief in het verzet. Al voor het uitbreken van de oorlog was hij betrokken bij de hulp aan politieke gevangenen uit nazi-Duitsland. Na het uitbreken van de oorlog ging hij in het verzet. In Wormer was hij commandant van de plaatselijke Raad van Verzet (RvV), die onder meer sabotageacties pleegde. Kuijper zorgde voor geld, voedsel en distributiekaarten voor onderduikers. In 1944 speelde Jan Kuijper een belangrijke rol bij het weghalen en verbergen van machines, belangrijke machineonderdelen, apparatuur en gereedschappen uit de papierfabriek van Van Gelder Zonen in Wormer. Daarmee werd voorkomen dat de Duitsers alles wilden overbrengen naar Duitsland. Op 29 november 1944 werd Jan Kuijper tijdens een achtervolging door de Grüne Polizei doodgeschoten in een zijsteeg van de Dorpsstraat in Wormer. Enkele dagen na de bevrijding in mei 1945, werd vlakbij die locatie een monument geplaatst.
Het illegale Vrij Nederland
23 december 1944
De bestaande kranten mochten in de oorlog alleen door de Duitse bezetter gecontroleerde berichten plaatsen. Het echte, belangrijke nieuws was niet objectief. Daarom ontstonden overal in het land illegale bladen. Ook in Purmerend en omgeving, zoals Vrij Nederland, Je Maintiendrai, Ons Volk, enzovoorts. Jo Logger, de broer van apotheker Gerard Logger was net als zijn broer actief in het verzet. Hij verspreidde niet alleen illegale kranten, maar was óók redacteur van de Midden-Noord-Holland editie van Vrij Nederland. De Joodse onderduiker Simon van der Sluis hielp hem met de verspreiding. Hij verstopte de krantjes in een mand met medicijnen, voorop de fiets van de apotheek. De afbeelding toont een gestencild Nieuwsbulletin van Vrij Nederland van 28 december 1944.
Verborgen bevolkingsregisters
25 december 1944
De boerderij van de familie Verdonk was in de oorlog ook het hoofdkwartier van de KP (Knokploeg) van Wormer. De verzetslieden kwamen daar illegaal bij elkaar en hadden er schuilplaatsen voor wapens en motorrijwielen.
In de Kerstnacht van 1944 vertrokken zes leden van de KP Wormer en de RvV (Raad van Verzet) vanaf de boerderij van de familie Verdonk in de Enge Wormer met fietsen over het ijs naar Jisp en Wormer. In die plaatsen pleegden ze overvallen op de gemeentehuizen waarbij de bevolkingsregisters van Wormer en Jisp werden buitgemaakt. Het verzet was tot deze actie overgegaan nadat bekend was gemaakt dat alle mannen tussen 17 en 40 jaar naar Duitsland moesten om daar te werken in de oorlogsindustrie. De meegenomen bevolkingsregisters voorkwamen dat mannen uit Jisp en Wormer naar Duitsland werden gestuurd. De registers werden 's nachts over het ijs naar de boerderij van de familie Verdonk gebracht en daar verborgen. Na de oorlog werden de grote boeken in triomf teruggebracht naar de gemeentehuizen in Jisp en Wormer.
De wapens van het verzet
24 januari 1945
Tijdens een verbouwing van een woning aan het Venediën in Purmerend werd een vies pakketje met documenten gevonden. Het bleek om papieren van de Plaatselijke Stoottroepen, sectie II van Purmerend te gaan. De stoottroepen waren een onderdeel van de Binnenlandse Strijdkrachten en werden in de bevrijde gebieden van Nederland ingezet voor handhaving van de orde. De meeste leden kwamen uit het verzet.
Bewaard gebleven zijn onder andere een overzicht van op 24 januari 1945 ontvangen wapens, wapeninstructies en het lied van de O.D. (Ordedienst).
Executie Gerrit Kroon
8 maart 1945
Notitie van een telefoongesprek waarin wordt gemeld dat de uit de gemeente Jisp afkomstige Gerrit Kroon op 8 maart 1945 samen met andere personen in Amsterdam standrechtelijk in het openbaar is doodgeschoten. Dit stuk laat goed de impact zien van de Tweede Wereldoorlog op een dorp als Jisp.
Zie ook deze bron.
Klaas Mulder
11 april 1945
Klaas Mulder werd in 1918 geboren in het Verloren Einde van Kwadijk dat viel onder de gemeente Oosthuizen. Na zijn schooltijd werkte Klaas Mulder op het gemeentehuis in Oosthuizen. Daar raakte hij tijdens de Tweede Wereldoorlog betrokken bij het verzet, hij zou persoonsbewijzen hebben vervalst. Door verraad werd Mulder door de SD (Sicherheitsdienst) opgepakt in het gemeentehuis van Oosthuizen.
Klaas werd gevangen genomen en vastgehouden in Amsterdam, Arnhem, Scheveningen en Vught en kwam uiteindelijk terecht in Duitsland waar hij gevangen werd gehouden in de concentratiekampen Sachsenhausen en Buchenwald.
In 1951 ontvingen de ouders van Klaas Mulder via het Nederlandse Rode Kruis na jaren van onzekerheid eindelijk bericht dat hun zoon was omgekomen in concentratiekamp Buchenwald. Hij is daar overleden tussen 11 april en 14 april 1945.
Zie voor verdere informatie: Arolsen Archives.
Monument voor Jan Kuijper
10 mei 1945
Verzetsman Jan Kuijper (1907-1944) werd 29 november 1944 in Wormer doodgeschoten in een zijsteeg van de Dorpsstraat tijdens een achtervolging door de Grüne Polizei. Enkele dagen na de bevrijding in mei 1945 werd een monument voor hem onthuld. In verband met een wegverbreding is het monument later verloren gegaan.
Tijdelijk monument
19 juli 1945
Tijdens de Purmerender bevrijdingsfeesten werd op 19 juli 1945 op initiatief van de voormalige illegaliteit een tijdelijk monument opgericht in de Nieuwstraat, hoek Nieuwegracht. Het was een indrukwekkende plechtigheid waarbij door de BS een erehaag werd gevormd. Het monument werd onthuld door burgemeester Kooiman die een ‘gevoelvolle’ toespraak hield, waarin hij erop wees dat men de ‘verplichting heeft tegenover de gevallenen, dat men hen in deze dagen niet vergeet’, zoals werd bericht in de NNC van 24 juli 1945. De burgemeester legde namens de bevolking een krans aan de voet van het monument. De plechtigheid werd bijgewoond door verschillende familieleden van de door de Duitse bezetter gefusilleerde Purmerenders. Ook zij legden bloemen evenals verschillende organisaties en instanties.