Als gevolg van de Jodenvervolging (ook Holocaust, Sjoa of Shoah genoemd) door de nazi’s, zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog naar schatting 6 miljoen Joden om het leven gekomen. Onder hen 102.000 Nederlandse Joden. Daarvan kwamen 49 mensen uit onze omgeving. In verschillende archieven vinden we daar de sporen van terug. De bronnen binnen dit thema zijn daar een selectie van, aangevuld met hedendaagse foto’s.
Duitse Joden
In de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog ontvluchtten vele Duitse Joden in de jaren dertig hun land. Naar schatting 20.000 tot 40.000 mensen emigreerden naar Nederland. Onder hen vestigden zich verschillende mensen in Edam waar zij een nieuw bestaan probeerden op te bouwen. Een van hen was Otto Leyser die in Volendam de firma A.T.L.I. stichtte. Helaas bleek Nederland voor deze migranten uiteindelijk ook niet veilig te zijn.
Anti-Joodse maatregelen
Nadat de nazi’s in mei 1940 Nederland hadden bezet werden in datzelfde jaar de eerste anti-Joodse maatregelen ingesteld. Ambtenaren werden verplicht een ariërverklaring (of niet-Joodverklaring) in te vullen. Joodse ambtenaren werden vervolgens in 1941 ontslagen. Er volgden spoedig andere maatregelen, geboden en verboden, waaronder de onteigening van Joodse bedrijven door als eerste stap het aanstellen van een Verwalter (bewindvoerder), zoals bijvoorbeeld bij het Volendamse bedrijf Enkev werd gedaan. Zo langzamerhand werd de Joodse bevolking van Nederland steeds meer geïsoleerd en mochten zij geen gebruik meer maken van bijvoorbeeld cafés, restaurants, bibliotheken, zwembaden, parken, enzovoorts. In de grote steden zoals Amsterdam, kwamen aparte scholen voor Joodse kinderen; in de regio Waterland waren geen Joodse scholen, omdat de Joden gedwongen werden om naar Amsterdam te gaan. In 1941 moesten de Joden zich (tegen betaling!) laten registreren en vanaf 1 mei 1942 moesten zij verplicht een Jodenster dragen. Gemeenten werden aangeschreven en moesten opgave doen van het aantal Joden dat er woonde en zo kreeg de bezetter een goed beeld van waar Joden leefden.
Uiterlijk 1 mei 1942 moesten de Joden uit zowel Edam, Volendam, Broek in Waterland als Monnickendam hun woonplaatsen verlaten. Ze moesten hun huizen afsluiten en sleutels inleveren op het gemeentehuis met als gevolg dat de Duitse bezetter hun woningen leeg liet halen. Met de Waterlandse tram reisden de Joden naar Amsterdam, begeleid door de Rijkspolitie. De Waterlandse Joden moesten zich in Amsterdam melden in de Hollandsche Schouwburg aan de Plantage Middenlaan, dat als verzamelpunt diende. Vervolgens moesten zij onderdak zien te vinden in de Joodse wijk en volgde voor velen uiteindelijk deportatie naar concentratiekampen waar zij werden vermoord of als gevolg van de vele ontberingen stierven. Niet alle Waterlandse Joden werden gedeporteerd. Enkelen wisten na een verblijf in Amsterdam onder te duiken, onder andere in Edam en Monnickendam.
Bevolkingsregister
Het bevolkingsregister waarin de overheid precies noteerde wie waar wanneer woonde en ook de godsdienst van de mensen noteerde, was voor de bezetter een goede bron om Joden op te sporen. Dat was reden voor verzetsgroepen om de grote boeken van het bevolkingsregister uit de gemeentehuizen te roven en te verstoppen. In de Kerstnacht van 1944 bijvoorbeeld, werden de bevolkingsregisters van Jisp en Wormer door het verzet weggehaald en verborgen in een boerderij.
Ondergedoken
Vele Joden werden gedeporteerd en belandden via kampen zoals Westerbork en Vught in concentratiekampen waaronder Sobibor en Auschwitz waar zij vaak al bij aankomst werden vermoord. Sommige Joden doken onder maar ook dat was niet zonder risico want de Duitse bezetter hield regelmatig razzia’s waarbij Joden werden opgepakt. Niet alleen Joden uit Waterland, maar ook uit bijvoorbeeld Amsterdam vonden een onderduikplek in onze omgeving. Eén van hen was Meijer van der Sluis uit Amsterdam die op verschillende adressen in Purmerend en Etersheim (Oosthuizen) was ondergedoken. Meijer was zestien jaar toen hij in 1942 moest onderduiken. En in Monnickendam waren de familie Akker en mevrouw Naatje van Moppes ondergedoken bij de familie Hordijk.
Gelukkig waren er ook Joden die door de onderduik de oorlog overleefden, al was de onderduiktijd voor hen een zware en niet zelden traumatische tijd. Joden die de oorlog overleefden en na de oorlog terugkeerden naar hun huizen, kregen opnieuw een zware slag te verwerken omdat hun huis en hun spullen door de bezetter waren geroofd en er vaak andere mensen in hun huizen woonden.
Herdenken
In enkele Waterlandse plaatsen zijn bij verschillende adressen waar Joden hebben gewoond struikelstenen gelegd om hen te herdenken. Dit zijn kleine steentjes van 10x10 cm van beton (onderzijde) en messing (bovenkant) waarin de naam van een slachtoffer van de nazi's is gegraveerd. Het inititatief om deze herdenkingsstenen te plaatsen werd in 1992 genomen door de Duitse kunstenaar Günther Demnig. Hij vond het belangrijk dat slachtoffers van het nationaal-socialisme rond en tijdens de Tweede Wereldoorlog werden herdacht met (in het Duits) Stolpersteine. In heel Europa zijn sinds 1992 in meer dan 1200 plaatsen deze steentjes geplaatst; het eerste steentje in Nederland werd 29 september 2007 geplaatst. De steentjes zijn gelegd in de stoep of de openbare weg voor huizen waar het/de slachtoffer(s) als laatste vrijwillig verbleven.
In Edam zijn tegenover de Joodse begraafplaats het monument De Tochtgenoten en een gedenksteen met daarop de namen van de weggevoerde Edamse Joden geplaatst. In Monnickendam is een gedenkplaat geplaatst aan De Zarken en een gevelsteen op de hoek van het Noordeinde en de Nieuwe Steeg.
Yad Vashem-onderscheiding
Na de oorlog werd aan verschillende inwoners uit de regio Waterland de Israëlische Yad Vashem-onderscheiding uitgereikt vanwege hun hulp aan Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Onder hen waren, of bevonden zich, dominee Klaas-Abe Schipper en zijn vrouw Johanna Schipper-Kuiper uit Etersheim die aan vele Joden korte of langere tijd onderduik hebben verleend. In 2015 werd hen postuum de onderscheiding toegekend en werd eveneens een herdenkingsboom geplant in de nabijheid van de pastorie waar zij hadden gewoond.
Meer weten?
Bekijk het thema De onderduik van Meijer, over de onderduik van de uit Amsterdam afkomstige Joodse tiener Meijer van der Sluis in Purmerend en omgeving of het thema Tweede Wereld Oorlog.
Enkele nuttige boeken in de bibliotheek van het Waterlands Archief*:
- Besseling, Erik: Rachel's kinderen: joodse inwoners in Edam, 1937-1945 (Edam, 2002).
- Brinkkemper, Dick: Joodse families in Monnickendam, Edam en Volendam (Volendam, 2004).
- Jong, L. de: Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog ('s Gravenhage, 1969-1991). Deze uitgave is als pdf-bestanden te downloaden op de website van het Niod.
- Ligtvoet, P.: 'Ik heb een heel tijdje niets van me laten horen': joden in de Zaanstreek (1940-1945) (Wormer, 2007).
- Melle, Johannes Jacobus Ferdinand van: Johanna E. Kuiper, 1896-1956: gewaagd leven (Ouddorp, 2015).
- Presser, J.: Ondergang: de vervolging en verdelging van het Nederlandse jodendom, 1940-1945 ('s Gravenhage, 1965).
- Sluis, Meijer van der: Van het ene onderduikadres naar… (Purmerend, 2015).
- Vereniging Oud-Monnickendam: Jaarboek 2015. (Monnickendam, 2015).
* De boeken kunnen worden aangevraagd en ingezien in de studiezaal, maar worden niet uitgeleend.
Nuttige website(s):