Deze gevelsteen herinnert aan de familie Hordijk die in de oorlog Joodse onderduikers in huis nam.
In 1942 kwam groentenboer Leo Hordijk thuis na een bezoek aan Amsterdam. Daar was hij getuige geweest van een razzia waarbij Joden werden opgepakt. Hij was enorm geschrokken van deze gebeurtenis en nam contact op met het verzet en zei dat hij Joden wilde helpen. Een paar weken later kwam de Joodse familie Akker uit Enkhuizen bij de familie Hordijk om onder te duiken. De familie Akker bestond uit vader, moeder en twee kinderen van twaalf en veertien jaar. De vijf kinderen van Leo en Lies Hordijk waren nog jong, en wisten van niets zodat zij niet per ongeluk hun mond voorbij konden praten. Alleen de Volendamse dienstbode en een knecht van het echtpaar Hordijk was op de hoogte van de onderduikers.
Overdag verbleven de Joden op zolder. Als er gevaar dreigde drukte Lies Hordijk beneden in de groentenwinkel driemaal op een belletje onder de toonbank dat de onderduikers op zolder konden horen, en dan verstopte de familie Akker zich snel in hun schuilplaats, een kleine ruimte onder de vloer van de eerste verdieping.
Later kwam er nog een vijfde onderduiker bij, mevrouw Naatje van Moppes, de schoonmoeder van de plaatselijke huisarts dokter Scholte. De vijf Joodse onderduikers overleefden de oorlog dankzij de familie Hordijk die een groot risico had genomen maar met veel liefde hun Joodse medemensen had geholpen. De gevelsteen werd in 1980 ontworpen door Wim Ramaker en verving een ouder exemplaar die destijds op initiatief van de familie Akker was aangebracht om daarmee hun dankbaarheid te tonen.
Zie ook deze bron.
Lees ook over deze onderduikgeschiedenis op deze website.