Loterijen zijn oud. In de derde eeuw voor Christus werd in China al een loterij georganiseerd en in Europa vermaakte de Romeinse adel zich ermee. De oudst bekende loterij in Nederland is uit Sluis in Zeeland in 1434. Loterijen werden door de overheid uitgeschreven.
Deze bron toont een pagina uit een 18e-eeuws loterijboek uit Monnickendam met aantekeningen met betrekking tot loten, in een loterij genomen. Erbij bijschriften, waarvan sommigen in wensvorm (zogenoemde prosen). Dit waren zelfgemaakte korte rijmpjes of spreuken waarvan men hoopte dat ze kracht zouden geven. Sommige drukken bijvoorbeeld hoop op winst uit, andere verwijzen naar eerdere deelname aan een loterij. Enkele voorbeelden:
De bok en de bokkin die leggen samen in op hoop van goet gewin en los geval wat god en geven sal.
Wij komen met ons agten om een goet Lot te verwachten.
Twee wijven hebben dit sonder haar mannen ingelijd, op hoop dat wat goets voor haar sal werden gesijd.
Met agt loten tot Purmerent hebben wij kvalijk gestaan, nu sullen wij sien of met vier tot Monikendam wat beter wil gaan.
Helaas wordt de uitslag van de loterij niet vermeld in het boek.