In de loop van de 19e eeuw verlieten steeds meer Joden Edam om zich met name in Amsterdam te vestigen. Door de opkomende industrialisatie was daar meer werk voorhanden. Het bestuur van de Israëlitische gemeente, bestaande uit Salomon Jacob Hart, Benjamin Berlijn en Benjamin de Haan, zag zich daarom in 1886 genoodzaakt de gemeente te ontbinden zoals te lezen valt in de akte, opgemaakt door de Edammer notaris Albertus Hendrik Cramer op 18 maart 1886.
Bron
