Siem Koerse was in zijn jeugd tijdens de Tweede Wereldoorlog getuige van een overval op het gemeentehuis in Monnickendam en heeft deze herinnering als volgt beschreven:
In 1944 was ik 7,5 jaar toen de overval op het gemeentehuis plaatsvond. Mijn ouders woonden op de Kermergracht. Als kind speelde je op deze gedempte gracht die heeft gelopen van de Kerkstraat naar de Oude Zijds Burgwal. Vanaf de Kerkstraat was de eerste helft van de gedempte gracht door de gemeente met bloementuintjes ingericht. Het tweede gedempte deel van de gracht was van gestampte modder tot aan de Oude Zijds Burgwal. De achteringang naar het gemeentehuis was op deze plaats. Hier was een poort met een hek van planken. Er zat ruimte tussen de planken, je kon er tegenop klimmen en je keek in de tuin van het Gemeentehuis. Het was nog geen Hongerwinter, de planken van het hek waren nog niet opgestookt in de kachel!
In mijn herinnering moeten de overvallers zijn gekomen met een auto bij het gebouw van Hulpbetoon en Spinfabriek. Deze auto zal niet in het volle zicht vóór dit gebouw zijn geparkeerd. Links van het gebouw, langs de muur (niet meer aanwezig) van de tuin van de RK kerk was een ruimte waar een auto uit het zicht kon staan. (Als er een verslag van deze overval is zal de plaats waar ze hebben gestaan wel bekend zijn). Ik speelde vlak bij de toegang naar de tuin van het gemeentehuis. De mannen kwamen gebukt met wapens (?) de hoek om van gebouw Hulpbetoon en Spinfabriek en ze liepen in draf naar de poort. Eén van deze mannen riep dat ik weg moest gaan, maar dat deed ik niet, het was zeker te spannend. Ik klom op het hekwerk en zag de mannen gebukt langs de struiken naar het gemeentehuis draven.
Toen ik thuiskwam op de Kermergracht heb ik aan mijn moeder verteld wat ik had gezien. Ze was zeer angstig voor de Duitse bezetter in Monnickendam. De volgende dag heeft ze me meegenomen naar de dijk die naar Marken loopt. Ze was namelijk bang dat Duitsers aan huis zouden komen om te vragen of ze wat had gezien van de overval op het Gemeentehuis.
De Kermergracht was een stille straat. In de oorlog stonden er drie woningen aan de Zuidkant op de Kermergracht en twee hoekhuizen waarvan één als pakhuis werd gebruikt. Nu zijn er negen woningen waarvan twee hoekhuizen. Aan de Noordkant van de Kermergracht stond het gebouw van Hulpbetoon en Spinfabriek en een PEN-huisje.
Waarschijnlijk bedoelt Siem Koerse de overval die plaats vond op 9 juni 1944. Deze overval wordt in dit artikel beschreven De onderduik van de Waterlandse bevolkingsregisters.