De invoering van het persoonsbewijs in 1941, had nogal wat voeten in de aarde in Volendam. Probleem waren de richtlijnen voor de pasfoto's die aan de fotografen in Volendam en Edam waren gezonden, maar niet door allen werden opgevolgd. Het probleem was de hoofdbedekking van de vrouwen die gewoon waren een hul te dragen met daaronder een ondermuts in de vorm van een zwart kapje. De Volendammer vrouwen wilden niet zonder hoofdbedekking gefotografeerd worden maar gingen wel akkoord als ze hun ondermuts mochten dragen.
Alhoewel het Hoofd der Inspectie van de Bevolkingsregisters, de heer J.L. Lentz (de uitvinder van het persoonsbewijs) in principe niet akkoord ging met de uit Volendam aangeboden pasfoto's, deelde hij de burgemeester van Edam in oktober 1941 mee dat de tot dan toe ontvangen pasfoto's 'bij wijze van uitzondering' werden geaccepteerd.
De getoonde bron betreft een schrijven van de burgemeester van Edam aan genoemde Lentz van 27 februari 1941. De brief is voorzien van drie pasfoto's van dezelfde Volendamse vrouw: één met hul, één met ondermuts en één zonder hoofdbedekking. De burgemeester stelt: 'De vrouwen laten zich in de ondermuts zonder bezwaar photografeeren'. De burgervader stelt ook dat de vrouwen zonder hoofdbedekking juist onherkenbaar zijn. De burgemeester is volgens de brief van mening dat 'vele vrouwen, vooral de ouderen zullen weigeren zich zonder ondermuts te laten fotografeeren'.
