Op enkele plekken in de Beemster bevinden zich nog brongas-installaties. Een dergelijke ketel werd vroeger ook wel 'de zwarte makker' genoemd en werd gebruikt voor methaanwinning uit de bodem waarop kon worden gekookt. Bij voldoende productie kon het gas ook dienen voor verlichting en verwarming en later ook om te kunnen douchen.
De ontdekking werd halverwege de 19e eeuw gedaan door de in Beemster woonachtige Wouter Sluis. Het was al lang bekend dat in het westen en noorden van het land op geringe diepte methaangas voorkomt. Het lukte Wouter Sluis om methaan met behulp van dergelijke installaties te winnen voor huishoudelijk gebruik. De installatie werd ontworpen door zijn vriend en technicus Jan Lankelma uit Purmerend.
De methaanwinning nam een grote vlucht, rond 1950 waren er in Beemster ca 815 installaties in gebruik. Tegenwoordig zijn dat er nog een stuk of tien. Deze installatie staat bij een oude boerderij aan de Hobrederlaan, hoek Purmerenderweg.