In 1810 werd Nederland ingelijfd bij Frankrijk. Dat had de nodige bestuurlijke gevolgen. Eén daarvan was de invoering van grondbelasting. Daartoe werden alle percelen ingemeten en de eigenaren en gebruikers geregistreerd. Alle gegevens werden uiteindelijk gebruikt voor het Kadaster dat in 1832 werd ingevoerd.
In 1819 werden met behulp van dit aanplakbiljet, ondertekend door schout Klaas Kunst van Beemster alle 'Eigenaars, Pachters of Goedbeheerders' op de hoogte gebracht dat 'de Perceelsgewijze Kaart van alle de Eigendommen' kon worden ingezien in het raadhuis. Wie het niet eens was met de resultaten van de metingen kon bezwaar maken. Dat mocht alleen in de maand november. Wie te laat was met indienen van zijn bewaar, viste achter het net.