Tijdens de Synode van Dordrecht in 1574 werd besloten dat preken maximaal een uur mochten duren. In de tijd direct na de reformatie waren predikanten gewend lange preken te houden vanaf de kansel (preekstoel). In veel kerken werd daarom op de preekstoel een zandloper gemonteerd. Soms zijn die bewaard gebleven, bijvoorbeeld in de kerken in Beemster en Broek in Waterland. Was de onderste bol na een uur met het zand gevuld, dan moest de preek met een plechtig 'Amen!' worden afgerond. Hield dominee zich hier niet aan, dan kon een al dan niet forse boete het gevolg zijn...
De Keyserkerk in Middenbeemster werd in 1623, goed tien jaar na de drooglegging van de polder, opgeleverd. In 1756 werd aan de kansel een zandloper aangebracht met het volgende opschrift:
Gelijk het uurglas 's mensen hant zoo schudt Gods Almacht zee en lant. Dies elck hem roepe in ootmoet aen, Behoedt ons, Heer, of wij vergaan. 1 nov 1755 18 febr 1756.
De zandloper werd geschonken door Mr Jacob Ripperse van Hoolwerff en zijn echtgenote, vrouwe Johanna Elisabeth van Bredehoff uit Oosthuizen.