Een van de rechten die werden opgenomen in de Grondwet van 1848 was dat van vrijheid van onderwijs. Purmerend kende in die jaren al enkele openbare scholen, maar een toch wel bijzondere school werd in 1855 opgericht, de Johanna Bewaar-, Naai- en Breischool. De school was gevestigd aan de Singel met een ingang aan de Kanaalstraat. Initiatiefnemer was P.M. Tutein Nolthenius, burgemeester van Purmerend tussen 1852 en 1855.
Burgemeester P.M. Tutein Nolthenius stond bekend als een zeer sociaal voelend mens. Hij was groot voorstander van het oprichten van zogenoemde bewaarscholen. Dit waren scholen voor kinderen in de leeftijd van 3 tot 6 jaar en kunnen we beschouwen als de voorloper van de latere kleuterscholen die uiteindelijk opgingen in het basisonderwijs. Tutein Nolthenius schreef regelmatig artikelen over bewaarscholen en dat leidde er in Purmerend toe dat een commissie werd ingesteld die zich in zou zetten voor de oprichting van een bewaarschool. Daarvoor was natuurlijk geld nodig, in die tijd ongeveer fl. 3000,-. De school kwam sneller dan verwacht. Want onverwachts want in 1855 overleed de echtgenote van de burgemeester, Johanna Tutein Nolthenius-Koopmans. Niet alleen de burgemeester, maar ook de Purmerenders waren bedroefd door haar overlijden want de burgemeestersvrouw stond bekend als een ‘beminnelijke vrouw, als een hartelijke vrienden, als een voorbeeld van zachtmoedigheid en welwillendheid’. Als eerbetoon aan zijn vrouw schonk de burgemeester het nog benodigde geld en toen kon de school worden opgericht, die naar mevrouw Tutein Nolthenius-Koopmans de Johanna Bewaarschool werd genoemd.
De afbeelding toont het bericht van de ‘Commissie tot daarstelling van de Johanna-Bewaarschool’ aan de gemeenteraad van Purmerend waarin staat dat het nieuwe gebouw van de school met ingang van mei 1857 beschikbaar zal zijn. De Commissie stelt dat haar doel is bereikt en zal aftreden en opgevolgd kan worden door een definitief bestuur.