Dit korte filmpje toont de visserij op de Zuiderzee in de periode van ca 1921-1930, vóór de afsluiting van de Zuiderzee.
Schipper Jacob Tuijp en zijn knecht Jacob Kwakman (bijnaam Jaap Bol) van de botter VD67 halen de vis aan boord en slaan die op in het ruim in de bun of beun. Daar stond water in om de vis levend te bewaren. Vervolgens wordt de lading van enkele botters overgebracht naar één botter voor vervoer terug naar Volendam.
De VD67 stond geregistreerd onder de naam de Vliegende Visch.
Zootje
Aan boord eten Tuijp en Kwakman 'zootje'. Dit palinggerecht was populair onder palingvissers omdat het aan boord met beperkte middelen gemaakt kon worden en voedzaam was. Het werd gemaakt van paling, aardappelen, water, boter, azijn, zout en peper. Zootje werd in laagjes in een pan bereid: een laag aardappelen, een laag paling, dan weer aardappelen, enzovoorts. Na toevoeging van water werd de inhoud in de afgesloten pan op laag vuur aan boord gegaard, dat duurde ongeveer 20-30 minuten. Ondertussen werd de bijbehorende saus bereid, 'zure dopie' bestaande uit gesmolten boter met azijn en op smaak gebracht met zout en peper. Uiteindelijk werd het gerecht uit één pan gezamelijk met de hand gegeten door stukjes aardappel en paling in de saus te dopen.