Lang geleden lag er een ambitieus plan op tafel: de aanleg van de Markerwaard, een nieuwe polder midden in Nederland. Dit moest de kroon worden op het grote Zuiderzeeproject. Maar waar eerdere polders zonder veel weerstand werden aangelegd, liep het bij de Markerwaard anders.
Vanaf de jaren '70 begon het te knagen. Moest dit nog wel? Het Markermeer, ooit bedoeld als tijdelijk tussenmeer, bleek van onschatbare waarde. Het was een leefgebied voor vogels, een bron van zoet water, en geliefd bij watersporters. De gedachte groeide dat niet elk stukje water land hoefde te worden.
De weerstand kwam van vele kanten: natuurliefhebbers, wetenschappers, bewoners én lokale bestuurders. Organisaties als de IJsselmeervereniging en Behoud van het IJsselmeer voerden actie, met als boodschap: red het meer. In Volendam kwam het protest tegen de Markerwaard tot leven in september 1979, met een grote vloot-aan-actie die symbool stond voor het verzet van vissers en watersporters. Ze riepen: “Open Markerwaard is goud waard” — en met succes. Want uiteindelijk werd de polder al in 1986 van tafel geveegd.
Hun verzet viel samen met een veranderende tijdsgeest. De blik op natuur, water en ruimtegebruik kantelde. In plaats van nog meer land te winnen, groeide het besef dat natuur waarde heeft zónder economische opbrengst.
In 2003 viel het besluit: de Markerwaard zou er nooit komen.